Makkelijk te begrijpen als je weet hoe een GSM werkt.
Een aangeschakelde GSM is permanent verbonden met een basisstation (BTS). Een "mast" in mensentaal. Tegelijkertijd houdt hij ook de signaalsterktes bij van de signalen die hij ontvangt van naburige basisstations. Wanneer je begint te bewegen, en het signaal dat hij ontvangt van z'n basisstation zakt onder een zekere drempel, gaat hij automatisch overschakelen op een ander basisstation met het sterkste signaal (een handover). Hij doet dit echter enkel binnen hetzelfde netwerk (de
Mobile Network Code), en zal op dit moment niet naar andere netwerken zoeken.
Ga je nu over de grens, dan blijft hij net zolang vasthouden aan het laatste basisstation, tot hij ook dat signaal helemaal verliest. Hij heeft, binnen hetzelfde netwerk, immers geen ander basisstation meer om naar over te schakelen. En zelfs als hij het signaal verliest, zal hij nog minutenlang proberen om terug met hetzelfde netwerk contact te maken (da's om pingpong te vermijden als het netwerk soms eens wegvalt). Aangezien een gsm-signaal al snel meer dan tien-vijftien km ver draagt, zit je op dat moment dus al ver over de grens.
Op dat moment pas gaat de gsm andere netwerken gaan scannen. Hieruit kiest hij dan ofwel een voorkeursnetwerk dat voorgeprogrammeerd zit in de SIM-kaart, of het sterkst ontvangen signaal als er geen voorkeur is. In eigen land zal hij uiteraard het thuisnetwerk kiezen.
Af- en aanschakelen maakt vaak niks uit. Een gsm heeft een soort geheugeneffect, en zal automatisch terug inloggen op het netwerk waar hij daarnet op zat. Een kwestie van sneller terug verbonden te zijn. De enige effectieve manier om van het vreemde netwerk af te raken, is om hem op manueel te zetten, en het thuisnetwerk te kiezen.
Mensen die in de grensstreek werken, laten hem uiteraard best op manueel netwerk staan, tenzij ze graag roamingkosten betalen.
En dan de uitsmijter. Nu weet je ook hoe gsm-sites op de grens ingepland worden. Die staan dus niet OP de grens, maar een heel stuk erachter. Men wil immers de roamende buitenlanders op het eigen netwerk vangen (daar wordt heel veel aan verdiend), maar men kan hun gsm pas vangen op het moment dat die het signaal van het vorige land verloren is. Dus typisch 5-10 km achter de grens. In de begindagen van de gsm, de cowboydagen, waren er dus techniekers die met een stelletje gsm's de grens over en weer reden, om te kijken op welk punt men precies de netwerken van het buurland kwijt was. En dan was het aan de techniekers om de antennes van de basisstations zo af te stellen (oriëntatie, azimut en signaalsterkte) dat hun netwerk op die plaats sterker was dan dat van de concurrentie.
Op de luchthavens is het anders, gsm's worden daar opgepikt op het moment dat net gelande passagiers ze aanschakelen. Die plaatsen hebben dan ook de reputatie om de best bedekte plaatsen te zijn, met de hoogste signaalsterktes.