<img src="http://upload.userbase.be/upload/censuur.gif" align="left" width="120" height="29"> Vrije en ongecontroleerde toegang tot internet is in steeds meer landen een droom. Vooral in autoritair geregeerde landen als China worden providers gecensureerd en gebruikers stelselmatig bespioneerd. Volgens de organisatie Verslaggevers Zonder Grenzen neemt het toezicht op het wereldwijde informatiebestand voortdurend toe, helemaal sinds de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten.
Uit een woensdag gepubliceerd onderzoek naar informatievrijheid in zestig landen blijkt dat in steeds meer landen wetten en regels over het gebruik van internet worden aangescherpt, vaak uit naam van de strijd tegen terrorisme, extreem-rechts of kinderporno. Voor dictatoriale regimes is de vrije nieuwsgaring op zich al uit den boze.
De manier waarop controle wordt uitgeoefend verschilt. Landen als Cuba, Birma en Noord-Korea beperken domweg de toegang tot het internet. Door maar heel weinig mensen toegang te verschaffen bespaart men zich een kostbaar bewakingssysteem. In Cuba bijvoorbeeld is de verkoop van computers aan strenge regels gebonden.
In andere autoritaire regimes is internet echter onontbeerlijk voor economische groei en is het gebruik ervan al wijdverbreid. Landen als China en Vietnam ontwikkelen daarom steeds verfijnder methoden om onwelgevallige informatie uit het net te filteren. China is op dat gebied toonaangevend in de wereld, zegt Verslaggevers Zonder Grenzen. In China zitten momenteel 63 mensen in de gevangenis omdat ze subversieve bestanden zouden hebben verspreid. In Vietnam zitten zeven mensen om die reden vast, in de Malediven drie en in Syrië twee.
In Saudi-Arabië, Iran, Tunesië en Turkmenistan blokkeert de regering de toegang tot allerlei internetsites - van onafhankelijke tijdschriften, over mensenrechten, over verboden godsdiensten of pornografische sites.
<img src="http://upload.userbase.be/upload/censuur2.jpg" align="right" width="95" height="78" ALT="Sencuur, plaag van het internet?"> Ook in democratische landen die vrijheid van informatie in hun vaandel dragen wordt internetgebruik soms beperkt of worden gebruikers stiekem gecontroleerd. In Duitsland maken de autoriteiten en het bedrijfsleven steeds meer haast met het ontwikkelen van controlesystemen, zegt Alvar Freude, oprichter van ODEM (Online Demonstrationsplatform Für Menschen- und Bürgerrechte im Digitalen Zeitalter). Dat doet niet denken aan een democratie, maar eerder aan een "Feindsenderverbot" van de nazi's, zegt hij. Als voorbeeld noemt hij een voorval uit februari 2002. Alle internetproviders van de deelstaat Noordrijn-Westfalen kregen toen van de overheid opdracht twee rechtsextremistische sites uit de VS voor Duitse gebruikers te blokkeren. Volgens Freude wordt de strijd tegen rechtsextremisme alleen maar als voorwendsel gebruikt om op den duur een heel internet-filtersysteem op te zetten.
Veel internet-deskundigen zijn er intussen van overtuigd dat zulke filter-methoden heel weinig zin hebben. "Je kunt de nazi's op het net niet wegvagen als ze in het echt door Duitse steden marcheren", zegt de Chaos Computer Club (CCC) op zijn homepage. CCC-woordvoerder Andy Müller-Marguhn gaat nog een stap verder. "Ook rechtsextremistische propaganda is als informatie nuttig. Ze verwijst naar maatschappelijke problemen waar we over van gedachten moeten wisselen." Kinderporno is illegaal en kan worden aangepakt waar het verschijnt, zegt hij. Blokkeren is daarom ook in dat geval niet echt nodig.
Freude voegt daar aan toe dat kinderporno maar voor een klein deel op het openbaar toegankelijke net verschijnt. Het meeste wordt uitgewisseld in besloten chatrooms. Het is daarom zinniger meer gespecialiseerd politiepersoneel in te zetten, zegt hij.
Bron: Rapport Verslaggevers Zonder Grenzen