Waddeneilanden als proeftuin voor duurzame projecten

[bf62]

Op verschillende eilanden in de Noordzee, waaronder de Nederlandse en Duitse Waddeneilanden, gaan duurzame oplossingen op het gebied van water, energie en materialen in de etalage.

Vacuümtoiletten, draagbare elektrische scooters en een osmosecentrale op de plek waar het effluent van de rioolwaterzuivering in zee stroomt; de Waddeneilanden moeten een voorbeeld worden voor de duurzame samenleving. Dat is althans de bedoeling van het project Cradle to Cradle Islands, waar de provincie Friesland voortrekker van is.

De komende vier jaar is 3,5 miljoen euro beschikbaar uit het Interreg North Sea Programme van de Europese Unie voor studies en voorbeeldprojecten op het gebied van water, energie en materialen. Naast de Nederlandse en Duitse Waddeneilanden doen onder andere de eilandengroepen Lofoten (Noors) en Shetlands (Brits) mee.

In Nederland kijkt het TTIW Wetsus naar nieuwe vormen van watergebruik. De TU Delft houdt zich bezig met mobiliteit en energie en het Duitse bureau EPEA van Michael Braungart focust op materiaalgebruik.

Woensdag 25 februari was in Leeuwarden de startbijeenkomst. ‘Het programma is in hoofdlijnen bekend, maar de precieze invulling nog niet. We gaan nu op elk eiland kijken wat de uitgangspunten zijn en dan bepalen wat we waar gaan doen’, vertelt projectleider Heleen Sombekke van Wetsus. Het Friese watertechnologisch instituut richt zich globaal op drie thema’s; drinkwaterbronnen, sanitatie en Blue Energy. Dat laatste behelst een techniek om elektriciteit te winnen bij het mengen van zoet en zout water. ‘De Nederlandse Waddeneilanden hebben hun eigen rioolwaterzuiveringen die hun effluent lozen op de Waddenzee. We gaan kijken of een Blue Energy-centrale op deze plek waar zoet en zout water bij elkaar komen, rendabel kan zijn’, aldus Sombekke.

Momenteel is er één Blue Energy-centrale voor stroom uit zoet-zout water, bij Wetsalt in Harlingen. Maria van der Hoeven (EZ) verrichtte de opening (beeld: Wetsalt)


De Duitse waddeneilanden, waar veel nieuwe vakantiehuisjes zijn gepland, kunnen het decor worden voor nieuwe sanitatieconcepten. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van vacuümtoiletten, het scheiden van afvalwater en het winnen van biogas en nutriënten uit het toiletwater.

Daarnaast gaat Wetsus op zoek naar nieuwe drinkwaterbronnen of het beter benutten van bestaande bronnen. Zo is het wateroverschot in de winter bijvoorbeeld ondergronds op te slaan voor gebruik in de zomer. Ook bestaat de mogelijkheid brak grondwater te winnen en dit te ontzilten.

De TU Delft gaat vanuit het Cartesius Instituut aan de slag met vervoermiddelen en energiesystemen voor gebouwen. Onderzoekers van de faculteit Industrieel Ontwerpen maken ontwerpen voor onder meer een fiets die voor een groot gedeelte uit hout is vervaardigd en draagbare elektrische scooters. Daarnaast komen zij met ideeën voor een goed geïsoleerde, energieproducerende vakantiewoning die is opgetrokken uit materialen die op de eilanden zelf voorhanden zijn.


Het bureau EPEA van Braungart, een van de grondleggers van cradle-to-cradle, zal zich onder meer richten op het produceren van bioplastics met behulp van algen. Ook onderzoekt het Duitse bureau de mogelijkheden om nieuwe polymeren te vervaardigen uit plastic dat op de waddeneilanden aanspoelt.

Voor concrete projecten is in Cradle to Cradle Islands vooralsnog weinig plek. Behalve een aantal kleinere pilots gaat het leeuwendeel van het budget naar strategische studies. ‘Deze zijn wel bedoeld als katalysator om investeringen los te krijgen voor de grotere pilots’, zegt Hans van Meerendonk, projectleider bij de provincie Friesland. ‘We gaan daar ook niet tot het einde van het project mee wachten. We willen zo snel mogelijk aan de slag met het aanboren van nieuwe geldstromen voor kansrijke proefprojecten.’

Bron: http://www.technischweekblad.nl/waddene ... eferer=rss