Bouwen in hout was tot voor kort in opmars (...). De sterk gestegen hout- en isolatieprijzen komen daardoor hard aan voor de sector.
Aannemers zitten in de tang. Contracten voor een nieuwbouw worden drie tot zes maanden vooraf getekend tegen een vaste prijs. Als het contract bepaalt dat de ruwbouw op 150.000 euro is geraamd – 75.000 voor het hout en 75.000 euro voor arbeid en andere kosten – en de houtprijzen zijn intussen verdubbeld, dan betaalt de aannemer nu 150.000 euro alleen voor het hout. Het huis kost hem dan 225.000 euro, waardoor hij 75.000 euro verlies maakt.
Maar danMaar aannemers werken met vaste contracten. Zij moeten hun klant begrip vragen om een deel van de meerprijs te betalen. Dat zullen geen gemakkelijke gesprekken zijn.’
Is het gek om als particulier gewoon te vragen het contract te voldoen?Niko Demeester, secretaris-generaal van de Confederatie Bouw, ziet op korte termijn weinig alternatieven, behalve dat de pijn van de prijsstijgingen niet uitsluitend op de schouders van de aannemers gelegd wordt. ‘Je zult de gestegen prijzen wat moeten spreiden onder de klanten, aannemers en leveranciers. De sector zal het moeten uitzweten, maar we rekenen erop dat het toch tijdelijk is (zie inzet).
Als de grondstoffen spectaculair dalen, gaat er toch geen enkele aannemer geld terugstorten? Heet dat niet de bluts met de buil?