Er zijn meerdere bedrijven die graag Google van de troon zouden stoten als koning van de zoekmachines. Er zijn er maar weinig die in de buurt komen. Bernard Lunn van ReadWriteWeb was er zelfs van overtuigd dat er een soort status quo was bereikt, als het om zoeken op het internet ging. Dat was een jaar geleden. Nu denkt hij daar anders over. Lunn ziet elf ontwikkelingen binnen de zoekmarkt die Google in de problemen kunnen brengen.
1. Mensen worden steeds beter in het zoeken. Mensen gaan steeds vaker zelf op zoek naar een plek waar ze hun informatie kunnen krijgen. Ook weten ze steeds beter met welke zoekwoorden ze tot het juiste resultaat kunnen komen.
2. Crawlers worden uitbesteed. Er zijn veel webmasters die er niet gelukkig van worden dat hun pagina's constant worden doorlopen door de oogstmachines van allerlei verschillende zoeksites. Op een gegeven moment zullen veel webmasters alleen de grote crawlers (de automatische processen die het web afspeuren naar pagina's om te indexeren), zoals die van Google, Yahoo en Microsoft, nog toelaten. Wat je zult zien is dat met name die laatste twee hun diensten zullen aanbieden aan sites die een toegevoegde waarde kunnen leveren.
3. Open Source kan een vlucht nemen. Een initiatief als Yahoo's Search Monkey geeft aan dat ook de grote bedrijven lonken naar het openstellen van hun zoekresultaten. Op de site kunnen gebruikers de zoekresultaten aanpassen, terwijl gebruik wordt gemaakt van de grote database van Yahoo.
4. Er wordt steeds vaker ingezet op Wikipedia. De online encyclopedie staat aan de basis van een boel start-ups en innovatieve projecten. Een bedrijf als Powerset zoekt alleen nog maar door Wikipedia. De structuur en de inhoud vormen een goed beginpunt om basisinformatie uit te halen. Bernard Lunn ziet steeds vaker projecten die Wikipedia als uitgangspunt nemen.
5. Er wordt nog steeds geld gepompt in nieuwe zoekmethodes. Je zou het niet verwachten, maar er blijft geld komen voor start-ups die claimen aan een nieuwe zoekmethode te werken. De site Blekko.com heeft twee miljoen gekregen, ook al is er nog niet eens een prototype. Cuill kreeg in April nog 25 miljoen.
6. Afbeeldingen, filmpjes en audio blijven moeilijk. Het zijn leuke projecten voor wiskundigen, maar feit blijft dat er nog steeds geen goede oplossing is gevonden om verschillende soorten media te doorzoeken. Op dit moment is alles gebaseerd op tekst. Daar ligt nog een hoop ruimte.
7. Tagging kan voor problemen zorgen. Het taggen (labelen) van content is op dit moment de beste manier om pagina's vindbaar te maken. Maar een kleine verandering in de manier van taggen, en het systeem ligt op z'n gat. Google maakt intensief gebruik van tags. Maar mocht een bedrijf een nieuwe manier bedenken voor het labelen van content, dan staat Google opeens met lege handen.
8. Spam. Het blijft een van de grootste bedreigingen voor Google en gebruikers. Het bedrijf moet er zeker van zijn dat het een vertroebeling van de zoekresultaten voorblijft. Zodra een andere zoekmachine hier een betere oplossing voor heeft gevonden, kan het snel gedaan zijn met Google.
9. P2P zoeken. Waarom zou je gegevens voor vele miljoenen centraliseren en onderhouden, als je het ook decentraal kunt regelen? Dat dacht zoekmachine Faroo. Hoewel er nog veel argumenten tegen deze techniek zijn, is het interessant om na te denken over gedecentraliseerd zoeken.
10. Een hoop data ligt nog opgeslagen in databases. Er zit nog steeds een truc achter echt diep zoeken op het internet. De kunst is vaak de instantie te vinden die de informatie heeft die je nodig hebt, in plaats van dat de informatie direct te vinden is via sites als Google. Er zijn nog miljoenen gesloten databases op het internet, die allemaal worden 'afgeschermd' van de rest van de wereld door een HTML-laag. Er kunnen methodes worden gevonden om zoveel mogelijk databases gestructureerd te openen, zodat ze voor iedereen doorzoekbaar worden.
11. It's the Adwords, stupid! De motivatie blijft hoog om geld te verdienen aan zoekresultaten. Zolang er geld zit in de markt, zal er aan worden geknabbeld.
Wat is de conclusie achter dit alles? Dat de zoekmarkt van morgen er waarschijnlijk een is waarbij de infrastructuur wordt beheerd door de grote spelers, terwijl het de kleinere bedrijven zijn die nieuwe functionaliteit kunnen toevoegen. Op basis van de bestaande zoekgegevens kan nog geld worden verdiend door anders om te gaan met deze zoekresultaten, of door nieuwe gegevens bloot te leggen en toe te voegen aan de bestaande infrastructuren. Of dat een echte bedreiging vormt voor Google is de vraag. Het kan wel zo zijn dat de gebruiker het logo van de zoekgigant minder vaak prominent in beeld zal zien.
Bron: Infoworld