<img src="http://upload.userbase.be/upload/2cf7856d-026d-4b31-acc9-378dc7fd4e06.jpg" align="left" width="150" height="150">Gedragstherapie leidt tot een toename van de grijze stof in de hersenen. Deze stof is het belangrijkste onderdeel van het centrale zenuwstelsel, ze zorgt voor de verwerking van de informatie.
Dat blijkt uit onderzoek van Nijmegense wetenschappers. Ze volgden 22 patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) die cognitieve gedragstherapie kregen. Patiënten die de grootste vooruitgang boekten, bleken ook de grootste toename van grijze stof op te tekenen.
Cognitieve gedragstherapie is een manier om patiënten te leren om meer controle te krijgen over hun klachten en om actiever te worden. Een afname van grijze stof is een gekend verschijnsel bij CVS-patiënten. Hersenscans voor, tijdens en na de therapie toonden een toename van grijze stof aan. Het onderzoek geeft nu aan dat de afname van grijze stof in elk geval gedeeltelijk omkeerbaar is.
Eerder onderzoek heeft al aangetoond dat de hoeveelheid grijze stof toeneemt bij apen of ratten naarmate ze in een uitdagendere omgeving leven.
Bron: GVA.be