https://www.standaard.be/cnt/dmf20240306_95393383
Zo’n 600.000 gezinnen maken sinds 1 maart aanspraak op een goedkope internetverbinding, aan 19 euro per maand. Maar ze krijgen dat sociaal tarief niet automatisch toegekend, ze moeten er zelf voor in actie komen. Hoe werkt het?
De federale overheid verplicht de telecomoperatoren om een goedkoop internettarief aan te bieden aan “personen of gezinnen in een kwetsbare situatie”. Het gaat om mensen met een uitkering wegens ernstige handicap of met een beperkt inkomen, zoals het leefloon of een klein pensioen. Op die manier wil minister van Telecom Petra De Sutter (Groen) ook de zwakste bevolkingsgroepen toegang bieden tot betaalbaar internet.
Sinds 1 maart komen deze gezinnen met een laag inkomen in aanmerking voor een internetverbinding tegen maximaal 19 euro per maand. Opgelet: het gaat om een vaste internetverbinding, in huis, niet om mobiel internet op de smartphone.
Wie dat wil, kan goedkoop internet combineren met een andere dienstverlening door de telecomoperator, zoals digitale tv of vaste telefoon (het aanbod is afhankelijk van de operator). Die combinatie mag maximaal 40 euro per maand kosten. Daarbovenop kan een rechthebbende op het sociaal tarief nog andere diensten toevoegen aan zijn telecombundel, maar dan aan de normale commerciële prijs.
Niet op de hoogte
Het idee van een sociaal telecomtarief is niet nieuw. Al jaren zijn de telecomoperatoren die vaste telefonie of vast internet aanbieden (en een jaaromzet halen van meer dan 50 miljoen euro), verplicht om een sociaal tarief aan te bieden. Het gaat om een forfaitaire korting van 11,50 euro op de maandelijkse factuur.
Maar dat systeem was volgens minister De Sutter onvoldoende performant. Naar schatting 400.000 potentiële rechthebbenden waren er niet eens van op de hoogte – en maakten er dus geen gebruik van. Bovendien garandeerde deze formule – met een korting op een ‘normaal’ tarief – niet dat de betrokkenen ook effectief het goedkoopste telecomabonnement in huis haalden.
Betere informatie
In het nieuwe systeem garandeert het sociaal tarief wel een bodemprijs op de markt; in theorie kunnen de telecombedrijven, op vrijwillige basis, zelfs onder het wettelijke tariefmaximum van 19 euro gaan.
Minister De Sutter hoopt met een uitgebreide informatiecampagne de doelgroep beter dan voorheen te informeren over het recht op goedkoop internet. Wie tot de doelgroep behoort, zal per brief ingelicht worden over hoe het sociaal tarief kan aangevraagd worden: online, telefonisch of in een telecomwinkel.
De aanvraagprocedure is vereenvoudigd, maar van een automatische (ambtshalve) toekenning is er geen sprake. Elke betrokkene moet zelf nog in actie komen. Om zo veel mogelijk mensen uit de doelgroep te bereiken, doen ook de OCMW’s en allerlei sociale organisaties mee met de informatiecampagne. Vanaf 18 maart is er bovendien een tool beschikbaar op de overheidswebsite sociaalinternetaanbod.be om na te gaan wie recht heeft op het sociaal internettarief.
Op die website, beheerd door de federale overheidsdienst Economie, vindt u een gedetailleerde vragen- en antwoordenlijst over het nieuwe systeem. Daarin leert u bijvoorbeeld dat elke aanvraag door de operatoren ter controle doorgespeeld wordt naar de FOD Economie. Bij groen licht zal het contract binnen de zeven dagen ingaan.
Goed om te weten: het sociaal internetaanbod wordt nooit met terugwerkende kracht toegepast. En de FOD Economie controleert elke zes maanden of u nog steeds recht heeft op het sociaal internetaanbod. Als dat niet het geval is, zal het telecombedrijf u een ander tariefplan moeten voorstellen, waarna u drie maanden de tijd heeft om te reageren.
Overstappen of niet?
Opgepast: wie nu reeds geniet van het oude kortingssysteem (-11,50 euro op de maandelijkse telecomfactuur), heeft niet automatisch ook recht op het nieuwe goedkope internet, waarschuwt de federale overheidsdienst Economie. “De voorwaarden om er recht op te hebben, zijn verschillend voor de beide regimes. Als u niets doet, behoudt u het sociaal tarief voor telecom volgens het oude regime.”
U leest het goed: ook het oude kortingssysteem blijft dus bestaan; wie nu al een sociaal tarief heeft, kan zijn bestaande abonnementsformule gewoon behouden en laten doorlopen. Dat kan voor verwarring zorgen, maar minister De Sutter verdedigt de dubbele aanpak: “Voor sommige gezinnen is het kortingssysteem interessanter, bijvoorbeeld omdat ze geen internet hebben maar wel een vaste telefoon in huis. Voor hen blijft het oude systeem gelden, zolang ze niet wisselen van telecomoperator.”
Minder keuze
In het oude systeem was/is de lijst van telecomoperatoren erg uitgebreid: Base, Mobile Vikings, Orange, Proximus, Scarlet, Telenet en Voo. Maar omdat in het nieuwe systeem alleen operatoren met een eigen netwerk verplicht zijn om mee te doen, gaat het slechts om drie telecombedrijven: Proximus (nationaal), Telenet (in Vlaanderen en delen van Brussel) en Voo (in Brussel en Wallonië). Voo is een dochtermerk van Orange. Klanten van de andere operatoren die toch van het nieuwe sociaal tarief willen genieten, moeten dus van operator veranderen.
De drie operatoren zijn bij wet verplicht om met hun goedkoop internetaanbod een aantal specificaties te volgen: de surfsnelheid moet minstens 30 Mbps download en 4 Mbps upload bedragen en klanten moeten minimaal 150 GB data per maand kunnen verbruiken.
Ze doen dat elk op hun manier. Proximus lanceert het sociaal abonnement aan de minimumvoorwaarden inzake snelheid en volume: 30 Mbps download en 4 Mbps upload; dat is een pak minder snel dan in het ‘commerciële’ Internet Start Fiber-pakket van Proximus (met 120 MBps download en 20 Mbps upload).
Telenet biedt meer snelheid: 100 Mbps download en 10 Mbps upload. Voo biedt 75 Mbps download- en 4 Mbps uploadsnelheid en geeft ook meer surfvolume: tot 500 GB per maand.