Auvibel tax op externe schijven, flashkaarten...
Geplaatst: 12 dec 2009, 12:50
Uit het bewuste KB:
“ Art. 2. § 1. De vergoeding voor het
kopiëren voor eigen gebruik die van
toepassing is op apparaten waarmee
geluidswerken en audiovisuele werken
kunnen gereproduceerd worden, wordt
bepaald per eenheid als volgt:
1° voor de volgende apparaten, zonder
geïntegreerde drager, die niet
integreerbaar zijn in een computer en
autonoom functioneren: een Hi-Fi keten
met radio-cassette-CD, een
gecombineerde DVD-lezer en
videorecorder, een gecombineerde DVD-
brander en videorecorder; een draagbare
radio-cassette recorder, een
gecombineerde draagbare radio-cassette-
CD, een televisie en gecombineerde
DVD-brander, een DVD-recorder, een
cassettedeck, een videorecorder, een CD-
brander, een MiniDisc-brander, een
brander van CD Audio naar MiniDisc,
wordt de vergoeding voor het kopiëren
voor eigen gebruik vastgesteld op 2,00
euro;
2° voor de volgende geïntegreerde
apparaten met geïntegreerde drager: een
televisie, een Hi-Fi keten, een
gecombineerde DVD-brander en een
videorecorder, een multifunctionele
keten DVD Home cinema, een Set top
Box, een multimediacenter, wordt de
vergoeding voor het kopiëren voor eigen
gebruik vastgesteld op:
a) 3,30 euro wanneer de opslagcapaciteit
minder of gelijk is aan 256 Gb;
b) 10,75 euro wanneer de
opslagcapaciteit hoger is dan 256 Gb en
minder of gelijk is aan 1 Tb;
c) 13,00 euro wanneer de
opslagcapaciteit hoger is dan 1 Tb;
3° voor de volgende niet geïntegreerde
apparaten met geïntegreerde drager: een
DVD-recorder, een DVD-lezer, een CD-
brander, een videorecorder, een keten
DVD home cinema, wordt de vergoeding
voor het kopiëren voor eigen gebruik
vastgesteld op:
a) 3,30 euro wanneer de opslagcapaciteit
minder of gelijk is aan 256 Gb;
b) 10,75 euro wanneer de
opslagcapaciteit hoger is dan 256 Gb en
minder of gelijk is aan 1 Tb;
c) 13,00 euro wanneer de
opslagcapaciteit hoger is dan 1 Tb;
4° voor de volgende apparaten met
geïntegreerde drager: een MP3-speler,
een MP4-speler, een draagbare telefoon
met een MP3 en/of MP4 functie, wordt
de vergoeding voor het kopiëren voor
eigen gebruik vastgesteld op:
a) 1,00 euro wanneer de opslagcapaciteit
minder of gelijk is aan 2 Gb;
b) 2,50 euro wanneer de opslagcapaciteit
hoger is dan 2 Gb en minder of gelijk is
aan 16 Gb;
c) 3,00 euro wanneer de opslagcapaciteit
hoger is dan 16 Gb.
§ 2. De vergoeding voor het kopiëren
voor eigen gebruik die van toepassing is
op de computer die kan worden
aangewend voor de reproductie van
geluidswerken en audiovisuele werken
wordt vastgesteld op 0 euro.
§ 3. De vergoeding voor het kopiëren
voor eigen gebruik, die van toepassing is
op dragers waarmee de geluidswerken
en/of audiovisuele werken kunnen
gereproduceerd worden, wordt bepaald
per eenheid als volgt:
1° voor de volgende digitale dragers: een
CD-R/RW Data, een CD-R/RW Audio,
een MiniCD-R/RW, een MiniDVD-
R/RW, een MiniDisc, een audiocasette
DAT, wordt de vergoeding voor het
kopiëren voor eigen gebruik vastgesteld
op 0,12 euro;
2° voor de volgende digitale drager: een
DVD+/-R/RW, wordt de vergoeding
voor het kopiëren voor eigen gebruik
vastgesteld op 0,40 euro;
3° voor de volgende digitale dragers: een
USB sleutel, een geheugenkaart, wordt
de vergoeding voor het kopiëren voor
eigen gebruik vastgesteld op:
a) 0,15 euro wanneer de opslagcapaciteit
minder of gelijk is aan 2 Gb;
b) 0,50 euro wanneer de opslagcapaciteit
hoger is dan 2 Gb en minder of gelijk is
aan 16 Gb;
c) 1,35 euro wanneer de opslagcapaciteit
hoger is dan 16 Gb;
4° voor de volgende digitale drager: een
externe harde schijf, wordt de vergoeding
voor het kopiëren voor eigen gebruik
vastgesteld op:
a) 1,30 euro wanneer de opslagcapaciteit
minder of gelijk is aan 256 Gb;
b) 6,75 euro wanneer de opslagcapaciteit
hoger is dan 256 Gb en minder of gelijk
is aan 1 Tb;
c) 9,00 euro wanneer de opslagcapaciteit
hoger is dan 1 Tb;
5° voor de volgende analoge dragers: een
audiocassette, een audiotape, een
videocassette 8mm, wordt de vergoeding
voor het kopiëren voor eigen gebruik
vastgesteld op 0,12 euro;
6° voor de volgende analoge drager: een
videocassette, wordt de vergoeding voor
het kopiëren voor eigen gebruik
vastgesteld op 0,40 euro.
§4. Op één januari van elk jaar mag de
minister de bedragen voor de vergoeding
voor het kopiëren voor eigen gebruik
indexeren volgens het indexcijfer daartoe
berekend en benoemd
(gezondheidsindex) van de maand
september van het jaar tevoren.
Het aanvangsindexcijfer is dat van de
maand december 2008.
De aanpassing van de bedragen wordt
berekend volgens de volgende formule:
het nieuwe bedrag is gelijk aan het
basisbedrag, vermenigvuldigd met het
nieuwe indexcijfer en gedeeld door het
aanvangsindexcijfer.
“ Art. 2. § 1. De vergoeding voor het
kopiëren voor eigen gebruik die van
toepassing is op apparaten waarmee
geluidswerken en audiovisuele werken
kunnen gereproduceerd worden, wordt
bepaald per eenheid als volgt:
1° voor de volgende apparaten, zonder
geïntegreerde drager, die niet
integreerbaar zijn in een computer en
autonoom functioneren: een Hi-Fi keten
met radio-cassette-CD, een
gecombineerde DVD-lezer en
videorecorder, een gecombineerde DVD-
brander en videorecorder; een draagbare
radio-cassette recorder, een
gecombineerde draagbare radio-cassette-
CD, een televisie en gecombineerde
DVD-brander, een DVD-recorder, een
cassettedeck, een videorecorder, een CD-
brander, een MiniDisc-brander, een
brander van CD Audio naar MiniDisc,
wordt de vergoeding voor het kopiëren
voor eigen gebruik vastgesteld op 2,00
euro;
2° voor de volgende geïntegreerde
apparaten met geïntegreerde drager: een
televisie, een Hi-Fi keten, een
gecombineerde DVD-brander en een
videorecorder, een multifunctionele
keten DVD Home cinema, een Set top
Box, een multimediacenter, wordt de
vergoeding voor het kopiëren voor eigen
gebruik vastgesteld op:
a) 3,30 euro wanneer de opslagcapaciteit
minder of gelijk is aan 256 Gb;
b) 10,75 euro wanneer de
opslagcapaciteit hoger is dan 256 Gb en
minder of gelijk is aan 1 Tb;
c) 13,00 euro wanneer de
opslagcapaciteit hoger is dan 1 Tb;
3° voor de volgende niet geïntegreerde
apparaten met geïntegreerde drager: een
DVD-recorder, een DVD-lezer, een CD-
brander, een videorecorder, een keten
DVD home cinema, wordt de vergoeding
voor het kopiëren voor eigen gebruik
vastgesteld op:
a) 3,30 euro wanneer de opslagcapaciteit
minder of gelijk is aan 256 Gb;
b) 10,75 euro wanneer de
opslagcapaciteit hoger is dan 256 Gb en
minder of gelijk is aan 1 Tb;
c) 13,00 euro wanneer de
opslagcapaciteit hoger is dan 1 Tb;
4° voor de volgende apparaten met
geïntegreerde drager: een MP3-speler,
een MP4-speler, een draagbare telefoon
met een MP3 en/of MP4 functie, wordt
de vergoeding voor het kopiëren voor
eigen gebruik vastgesteld op:
a) 1,00 euro wanneer de opslagcapaciteit
minder of gelijk is aan 2 Gb;
b) 2,50 euro wanneer de opslagcapaciteit
hoger is dan 2 Gb en minder of gelijk is
aan 16 Gb;
c) 3,00 euro wanneer de opslagcapaciteit
hoger is dan 16 Gb.
§ 2. De vergoeding voor het kopiëren
voor eigen gebruik die van toepassing is
op de computer die kan worden
aangewend voor de reproductie van
geluidswerken en audiovisuele werken
wordt vastgesteld op 0 euro.
§ 3. De vergoeding voor het kopiëren
voor eigen gebruik, die van toepassing is
op dragers waarmee de geluidswerken
en/of audiovisuele werken kunnen
gereproduceerd worden, wordt bepaald
per eenheid als volgt:
1° voor de volgende digitale dragers: een
CD-R/RW Data, een CD-R/RW Audio,
een MiniCD-R/RW, een MiniDVD-
R/RW, een MiniDisc, een audiocasette
DAT, wordt de vergoeding voor het
kopiëren voor eigen gebruik vastgesteld
op 0,12 euro;
2° voor de volgende digitale drager: een
DVD+/-R/RW, wordt de vergoeding
voor het kopiëren voor eigen gebruik
vastgesteld op 0,40 euro;
3° voor de volgende digitale dragers: een
USB sleutel, een geheugenkaart, wordt
de vergoeding voor het kopiëren voor
eigen gebruik vastgesteld op:
a) 0,15 euro wanneer de opslagcapaciteit
minder of gelijk is aan 2 Gb;
b) 0,50 euro wanneer de opslagcapaciteit
hoger is dan 2 Gb en minder of gelijk is
aan 16 Gb;
c) 1,35 euro wanneer de opslagcapaciteit
hoger is dan 16 Gb;
4° voor de volgende digitale drager: een
externe harde schijf, wordt de vergoeding
voor het kopiëren voor eigen gebruik
vastgesteld op:
a) 1,30 euro wanneer de opslagcapaciteit
minder of gelijk is aan 256 Gb;
b) 6,75 euro wanneer de opslagcapaciteit
hoger is dan 256 Gb en minder of gelijk
is aan 1 Tb;
c) 9,00 euro wanneer de opslagcapaciteit
hoger is dan 1 Tb;
5° voor de volgende analoge dragers: een
audiocassette, een audiotape, een
videocassette 8mm, wordt de vergoeding
voor het kopiëren voor eigen gebruik
vastgesteld op 0,12 euro;
6° voor de volgende analoge drager: een
videocassette, wordt de vergoeding voor
het kopiëren voor eigen gebruik
vastgesteld op 0,40 euro.
§4. Op één januari van elk jaar mag de
minister de bedragen voor de vergoeding
voor het kopiëren voor eigen gebruik
indexeren volgens het indexcijfer daartoe
berekend en benoemd
(gezondheidsindex) van de maand
september van het jaar tevoren.
Het aanvangsindexcijfer is dat van de
maand december 2008.
De aanpassing van de bedragen wordt
berekend volgens de volgende formule:
het nieuwe bedrag is gelijk aan het
basisbedrag, vermenigvuldigd met het
nieuwe indexcijfer en gedeeld door het
aanvangsindexcijfer.